De druk op de wachtlijsten in de ggz loopt steeds verder op. Volgens de cijfers van de NZa (Nederlandse Zorgautoriteit) wachtten er in mei totaal 75 duizend mensen op geestelijke gezondheid, waarbij de wachttijd bij ruim 27 duizend langer is dan de Treeknorm. Dat er iets moet veranderen roept men al lange tijd, maar nog zonder resultaat.
Netwerksessie wachtlijstproblematiek
Op 14 september organiseerden we een digitale netwerkbijeenkomst, waaraan 30 professionals hebben deelgenomen om te brainstormen over de wachtlijsten in de GGZ. De professionals werden opgedeeld in groepjes van vijf om vervolgens met elkaar in gesprek te gaan over wat de knelpunten zijn en welke mogelijke oplossingen er liggen. Sommige praktijken gaven aan na te denken over een (telefonische) screening of het geven van groepstherapie zodat mensen sneller behandeld kunnen worden. Daarnaast werd het idee om een ervaringsdeskundige in te zetten tijdens de wachttijd ook besproken, zodat iemand zijn/haar verhaal aan iemand kwijt kan in de tussentijd. Meer over deze ideeën lees je in dit artikel.
Hoe gaan we het oplossen?
Tijdens de sessie waren professionals uit verschillende disciplines aanwezig: kind&jeugd behandelaren, POH-GGZ’s, (ggz) psychologen, psychologen werkzaam in het ziekenhuis en GZ psychologen kind&jeugd en volwassenen. Per praktijk of behandelaar kwamen er diverse vragen en antwoorden naar boven.
Groep 1 – Vier kind&jeugd behandelaren en 1 POH-GGZ
- Vraag: behoefte naar iets om iemand op de wachtlijst te kunnen bieden zodat de klachten niet verergeren, maar ook zodat wachtenden alvast aan de slag kunnen gaan waardoor de wachttijd korter aanvoelt voor iemand.
- Antwoord: zelfhulp aanbieden en een wachtlijstbegeleider aannemen om binnenkomende vragen van cliënten te beantwoorden. De gemeente stelt hierbij een budget beschikbaar voor interventies tijdens de wachtlijst in de jeugdzorg.
Groep 2 – Drie behandelaren uit de GGZ en 1 psycholoog werkzaam in het ziekenhuis
- Vraag: wachtlijst en verantwoordelijkheden – wie is verantwoordelijk?
- Antwoord: een ‘on demand’ intake en een programma van Therapieland inzetten. Na de aanmelding krijgt iemand een regiebehandelaar toegewezen voor de intake, bijvoorbeeld telefonisch. De regiebehandelaar kan basispsychologen inzetten voor e-Health. Vervolgens kijkt er een behandelaar naar de ingevulde opdrachten en komt het behandelplan naar voren zodat er inhoudelijk ingegaan kan worden op de programma’s. Als er dan ook een samenwerking met de POH is, kan dat proces beter op elkaar aansluiten. Cliënt blijft in zorg bij POH, maar een behandelaar schuift eerder aan. Voor de financiering, kunnen gesprekken gevoerd worden met de behandelaar.
Groep 3 – Vijf psychologen en 1 orthopedagoog
- Vraag: hoe zit het met de verantwoordelijkheden en hoe kan er invulling gegeven worden aan e-Health?
- Antwoord: Voor de start van de behandeling overziet de wachtlijstbeheerder het stukje psycho-educatie met de cliënt en de opvolging hiervan. Doorverwijzers, zoals iemand van een wijkteam of de POH-GGZ, kan meer betrokken worden bij de begeleiding van een cliënt tijdens het volgen van een Therapieland programma op de wachtlijst. Verder moeten er duidelijke afspraken worden gemaakt over de beschikbaarheid van een hulpverlener. Een andere mogelijke oplossing is groepstherapie, wat een manier kan zijn om meer mensen tegelijk een eerste aanbod te doen, waarbij ook uitwisseling mogelijk is.
Groep 4 – 1 POH-GGZ, 2 GZ psychologen en 2 psychologen werkzaam bij een ziekenhuis
- Vraag: hoe en wanneer wordt Therapieland ingezet?
- Antwoord: Therapieland al inzetten tijdens de wachtlijst. Na aanmelding ontvangen cliënten een mail om alvast met een programma aan de slag te gaan. Twee weken voor het intakegesprek wordt het programma ‘’Eerste stap naar herstel’’ ingezet. Over twee weken vindt het intakegesprek met de behandelaar plaats. Een andere mogelijkheid is het opzetten van anderhalvelijnszorg: dat houdt in dat een behandelaar direct contact heeft met de huisarts en POH-GGZ om te zorgen voor een warme overdracht. De psycholoog is dan al eerder betrokken bij de cliënt en in sommige gevallen kan dat zorgen voor een kortere wachttijd.
Groep 5 – GZ psychologen kind&jeugd en volwassenen
- Vraag: waar wordt e-Health ingezet? Bij de intake?
- Antwoord: een online intakeformulier die gebaseerd is op de Therapieland vragenlijsten, zodat er minder intakegesprekken nodig zijn. Het voordeel van e-Health is dat je feedback kan geven. Een andere mogelijkheid is om een intake te doen gevolgd door een paar gesprekken zodat de cliënt weer even door kan en niet vijf maanden hoeft te wachten. Zodra er wordt gestart met e-Health is de cliënt al in behandeling ook al staat hij of zij nog op de wachtlijst. Vanuit de gemeente is er dan een budget beschikbaar om iemand speciaal in te huren voor de wachtlijstperiode. Een pijnpunt hierbij is wel dat bij volwassenen de declaratie pas in als de behandeling gestart is. Dan zou er misschien een ervaringsdeskundige ingezet kunnen worden in plaats van een behandelaar.
Andere (overheids)instanties over de verantwoordelijkheid tijdens de wachtlijst
Naar aanleiding van de netwerkbijeenkomst is er contact opgenomen met het NIP, De Nederlandse GGZ, GGZ Standaarden en het Zorginstituut Nederland. Alle instanties, behalve het NIP, hebben aangegeven geen antwoord te hebben op de vraag of je als praktijk verantwoordelijk bent voor een cliënt op het moment dat je e-Health inzet tijdens de wachttijd. Het NIP verwees naar het kwaliteitsstatuut waarin omschreven staat: ‘’tot het moment van intake bij de zorgverlener, is de verwijzer de eerstverantwoordelijke voor de cliënt. De zorgaanbieder GGZ neemt de verantwoordelijkheid over na de intake’’. Het is de professionele verantwoordelijkheid van de psycholoog om te beoordelen wat een ‘echte’ intake is en wat niet.