De missie van Therapieland is helder: 100 miljoen mensen helpen mentaal veerkrachtig in het leven te staan. Maar hoe voelt dat eigenlijk, mentaal veerkrachtig zijn? En wat kun je zelf doen om mentaal veerkrachtig te worden en te blijven? We vroegen onze eigen experts hoe zij voor zichzelf én vanuit hun functie kijken naar mentale veerkracht. Deze keer spreken we Jet, stagiair taal en communicatie, over zelfbeeld en neurodivergentie.
Hoi Jet! Wat doe jij bij Therapieland?
Ik ben vanaf half februari tot en met mei 2024 stagiair bij het Marketing Team. Ik houd me bezig met taal en communicatie. Mijn belangrijkste taak is het opstellen van een tone of voice-handleiding, voor externe communicatie. Daarin staat bijvoorbeeld wat de mensen van Therapieland het beste boven een mailtje kunnen zetten. Verder schrijf ik teksten, zoals deze blogs, en controleer ik teksten, bijvoorbeeld op spelfouten.
“Voor mij is het belangrijk dat ik mezelf accepteer zoals ik ben.”
Wat betekent mentale veerkracht voor jou?
Voor mij is het belangrijk dat ik mezelf accepteer zoals ik ben. Dat zou ik een paar jaar geleden heel zweverig hebben gevonden, maar toen ging het niet zo goed met me. Inmiddels heb ik geleerd dat ik meer aankan wanneer ik rekening houd met mezelf. Daarvoor moet je je eigen grenzen kennen en respecteren. Dat betekent niet dat ik nooit iets vermoeiends mag doen, maar wel dat ik genoeg hersteltijd neem.
Hoe ziet die hersteltijd eruit?
Na een vermoeiende dag probeer ik de volgende dag bijvoorbeeld geen afspraken te plannen. Ik neem de tijd voor mijn hobby’s: gitaarspelen, planten verzorgen, (hard)lopen en series kijken. Lezen en schrijven vind ik ook leuk, maar dat kost veel denkenergie en lukt niet altijd naast mijn studie. Maar ik probeer er energie voor over te houden, want gedichten schrijven helpt met het verwerken van ervaringen.
Kun je een ervaring delen waarbij mentale veerkracht een rol speelde in jouw leven?
In 2018 kreeg ik de diagnose autisme. Daarna ging het een tijdje niet zo goed. Ik had een heel negatief beeld van autisme en was altijd bezig met ‘normaal’ overkomen. Door de diagnose dacht ik: ‘zie je wel, ik ben raar’. Daarom ging ik extra hard proberen om normaal te zijn. Het resultaat: een eetstoornis en een gevoel van eigenwaarde dat volledig afhing van mijn prestaties.
Hoe ben je daar weer uitgekomen?
Ik heb heel lang op wachtlijsten gestaan, terwijl het steeds slechter ging. Van die periode herinner ik me weinig, behalve gesprekken met mensen die meelevend keken, maar uiteindelijk zeiden: ‘we hebben geen plek’ of ‘je problematiek is te complex’.
Uiteindelijk kreeg ik hulp. Toen ging het steeds beter. Naarmate ik meer leerde over autisme, begreep ik mezelf beter en kon ik rekening houden met mezelf.
Wat betekent die ervaring voor je?
Die moeilijke periode heeft me niet alleen sterker gemaakt, ik haal er ook zingeving uit. Ik wil anderen namelijk helpen met de dingen waar ik tegenaan liep en loop, door de wereld inclusiever te maken. Door middel van taal, want daar ben ik goed in.
Door te leren over autisme en mezelf te accepteren als autist, en sinds vorig jaar ook als ADHD’er, weet ik beter wat ik nodig heb. Ik ben bijvoorbeeld het liefst op plekken waar begrip is voor neurodivergentie. Therapieland is zo’n plek. Dat voelt veilig en het zorgt ervoor dat ik tijdens mijn stage zelfverzekerder ben geworden. Ik was bang dat er op het werkveld geen plekken waren waar ik mezelf kon zijn, maar dat is niet zo!
Wat hoop je voor de toekomst van Therapieland?
Ik hoop dat Therapieland nog meer mensen kan helpen die net als ik in een ‘zorg-gat’ vallen. Na mijn diagnose had psycho-educatie over autisme bijvoorbeeld veel problemen kunnen voorkomen.
Verder is er in de zorg vaak niet voldoende up-to-date kennis over neurodivergentie. Ik denk dat Therapieland dat kan opvangen met programma’s gebaseerd op recente inzichten.
Welke tip zou je willen geven op het gebied van mentale veerkracht?
Wees niet te streng voor jezelf. Accepteer je sterke en zwakke kanten, zonder die per se te willen veranderen. Je best doen is oké, maar jezelf kapotwerken: daar heeft niemand wat aan.
Hoewel ik een stuk milder voor mezelf ben geworden, voel ik me soms schuldig als ik minder doe dan anderen. Dan helpt de uitspraak: ‘als je lui was, zou je plezier hebben’. Door dat tegen mezelf te zeggen, realiseer ik me dat ik niet lui ben, maar bepaalde dingen gewoon niet zo makkelijk kan als anderen. Daarmee voorkom ik dat ik mezelf weer kapotwerk.